|
Het afschaffen van het Koninklijk Huis
Dat het afschaffen van het Koninklijk Huis ons jaarlijks vele miljoenen euro’s zal besparen is naar mijn mening één van de belangrijkste argumenten om het ook daadwerkelijk af te schaffen.
Het is sowieso raar dat het land dat zo trots is op het feit dat het de eerste Republiek ooit was (Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden; 1568), nu zo fel het koningschap verdedigt. Het geloven in een familie die door een goddelijke kracht aangewezen zou worden om te heersen over een volk of land is uiteraard een achterhaald idee. Ik ga er ook vanuit dat een groot gedeelte van het Nederlandse volk hier niet in gelooft, dat neemt echter niet weg dat het wel symbool daarvoor staat.
Het hele bestaan van de Nederlandse koning/koningin staat haaks op het gelijkheidsideaal dat ieder Nederlands burger gelijk is. Want een nieuw telg in het koningshuis begon tot voor kort met een jaarlijks ‘zakgeld’ van bijna twee miljoen euro, waardoor zelfs pasgeboren Amalia en Alexia meer op hun bankrekening kregen dan ruim 95% van de Nederlanders. Later is besloten alleen Beatrix, Willem-Alexander en Maxime een ‘zakgeld’ te geven, het totaal komt op ‘slechts’ zes miljoen voor deze drie koninklijke leden. Een bedrag wat de doorsnee burger nooit zal bereiken, ook al werken ze hun hele leven hard. Het bereiken van de hoogste positie wordt hiermee ook belemmerd, niet in de laatste plaats door mensen die normaal gesproken een ‘gemiddeld leven’ zouden leiden.
Zo vertelde een voormalig professor die les had gegeven aan Willem-Alexander dat “het een ondergemiddeld student was die altijd zesjes haalde. Als hij zijn opleiding Geschiedenis kan voltooien, dan kan iedereen het wel. De slimste, nee dat was hij zeker niet.” Dan is het toch frappant dat zo iemand het hoogste ambt kan bekleden? Nee, dan heb ik liever een doorgewinterd ervaren persoon met een bovengemiddeld economisch of politiek vermogen.
Los hiervan is het ook belangrijk om het budget dat het Koninklijk Huis ontvangt, onder de loep te nemen. Enkele jaren terug was het budget nog zo hoog als 96 miljoen euro en kon Beatrix naar hartelust schilderijen van tientallen miljoenen euro’s kopen. Momenteel lijkt dat al bijgesteld naar 70 miljoen euro. Ook stond ze prominent in de top tien van rijkste vorsten ter wereld met bijna 300 miljoen euro, waardoor het duidelijk is dat het Koninklijk Huis het inkomen gebruikt voor privé-doeleinden en niet ten gunste van het Nederlandse volk. Een simpel rekensommetje laat al blijken dat dit jaarlijks veel extra inkomen zou betekenen voor de armste huishoudens. Maar ook andere aspecten zouden zich er hun voordeel mee kunnen doen. Zo zou het geld bijvoorbeeld gestoken kunnen worden in het onderwijs, want waar de Nederlandse universiteiten vrijwel geen promovendi kunnen aannemen door hun inkorting op het budget, zou men met een kwart miljoen al één promovendus kunnen aannemen voor een periode van vier jaar.
Los van de hierboven beschreven historische, financiële en humane redenen om het Koninklijk Huis af te schaffen, zijn er ook nog sociaal-politieke redenen om hiervoor te pleiten. In mijn opinie kan een modern, democratisch en een op sociale zorg ingestelde natiestaat het niet maken om vast te houden aan middeleeuwse taferelen waarbij er nog steeds geloofd wordt in het concept ‘koninklijk bloed’. Hiermee wordt namelijk het fundament van de gelijkheid van mensen ondermijnd, elk mens zou op basis van zijn kwaliteiten en capaciteiten beoordeeld moeten worden. Dus elk getalenteerd mens zou in principe een hoogwaardige functie moeten kunnen bekleden, zoals het geval is in landen als de Verenigde Staten maar ook Turkije. Het belangrijkste in dergelijke landen is dan ook niet waar iemand geboren is, maar wat zijn talenten zijn. En zolang dat niet nageleefd wordt, kan een modern, democratisch land eigenlijk niet anders dan met een dubbele tong spreken. Met het uitkeren van miljoenen euro’s aan leden van het Koninklijk Huis -alsmede de beschikking over grootste paleizen, zomerhuizen en winterhuizen- enkel en alleen omdat het leden van het Koninklijk Huis zijn, getuigd van weinig logica. Niet afkomst, in dit geval een zogenaamd ‘koninklijk’ afkomst, maar talent zou namelijk beloond moeten worden. Want iets anders verstaat men niet onder ‘gelijkheid voor alle mensen’. Dus hoe kan men spreken van gelijkheid als een lid van het Koninklijk Huis (al is het maar symboliek) wordt beschouwd als “belangrijker” dan de rest van het volk?
Armand Sağ
18 mei 2009
© Armand Sağ 2009
|